Uitvoering hervormingen liquiditeitssteun: Wie geen positie kiest, krijgt er één toegewezen

Aan beide zijden van de oceaan lijkt er overeenstemming te zijn over de noodzaak voor en over de algemene lijnen van de hervormingen die door Nederland als voorwaarden zijn gesteld voor het beschikbaar stellen van de derde tranche liquiditeitssteun. De nadruk ligt momenteel op de staatsrechtelijke en politieke uitdagingen bij de voorgestelde instelling van een Caribische hervormingsentiteit Aruba, Curaçao en Sint Maarten.

Er ligt echter ook op ambtelijk niveau een uitdaging voor de overheden van Aruba, Curaçao en Sint Maarten, namelijk het treffen van de voorbereidingen voor de volgende fase: de verdere uitwerking en uitvoering van deze hervormingen. Immers, de landen worden geacht mee te werken aan het uitwerken van de landspakketten in uitvoeringsagenda’s en plannen van aanpak. (Voorwaarden derde tranche liquiditeitssteun Landen).

Deze landspakketten vormen de basis waarop de komende jaren tussen Nederland en de landen samenwerkt zal worden. In de landspakketten wordt aangegeven wat de themagebieden zijn voor de hervormingen: 1) overheid en financiën, 2) economische hervormingen, 3) zorg en onderwijs, 4) versterken rechtsstaat. Met het doorvoeren van de hervormingen wordt toegewerkt naar weerbare en veerkrachtige economieën en samenlevingen. (Landspakketten Curaçao, Aruba en Sint Maarten).

Om op een effectieve wijze mee te werken aan de nadere uitwerking van de hervormingen is het van belang dat de eilanden voor zichzelf helder hebben hoe zij dit doel gerealiseerd willen zien. Of anders gezegd, wat betekent ‘het toewerken naar weerbare en veerkrachtige economieën en samenlevingen’ daadwerkelijk in de lokale context? Op welke manier kan op elk van de eilanden invulling geven worden aan deze doelstelling? Hoe beter er al is nagedacht over dit soort vragen, hoe beter voorbereid men aan tafel aanschuift. Immers, wie geen positie kiest, krijgt er één toegewezen.

In de landspakketten wordt toegelicht wat het startpunt is voor de uitvoering van de hervormingen. Zo wordt ingezet op het eerst maken van een foto van de actuele situatie van het betreffende thema, om de problematiek, oplossingsrichtingen, samenhang en gewenste aanpak goed scherp te krijgen. Nederlandse ministeries en departementen zetten deze onderzoeken en doorlichtingen samen met Aruba, Curaçao en Sint Maarten in gang. Het uiteindelijke doel is het komen tot integrale uitvoeringsagenda’s, die onder regie van de (op te richten) Caribische hervormingsentiteit en departementen uitgevoerd worden. (Landspakketten Curaçao, Aruba en Sint Maarten)

Bovengenoemd startpunt biedt aanknopingspunten om lokaal op ambtelijk niveau de benodigde voorbereidingen te treffen om een waardevolle bijdrage te leveren aan het mede vormgeven van de uitvoeringsagenda’s. In de volgende alinea’s wordt op een viertal aanknopingspunten ingegaan: 1) het anticiperen op data- en informatiebehoefte ten behoeve van het maken van de foto van de actuele situatie; 2) het zo specifiek mogelijk definiëren van het probleem dat aangepakt dient te worden; 3) het bepalen op welke wijze de overheid stuurt op resultaten en deze keuze verwerken in de oplossingsrichtingen; 4) het concretiseren van ‘couleur locale’ en het waarborgen van ‘capacity building’ ten behoeve van de gewenste aanpak.

Anticipeer op data- & informatiebehoefte
De eerste stap is het verkrijgen van voldoende informatie en data over de actuele situatie van elk van de vier themagebieden die in de landspakketten zijn opgenomen. Dit zal voor de eilanden niet vrijblijvend zijn, gezien artikel 19 van de (concept) Rijkswet Caribische hervormingsentiteit Aruba, Curaçao en Sint Maarten waarin wordt gesteld dat lokale overheidsorganen en -bedrijven de benodigde gegevens en inlichtingen dienen te verstrekken. Bovendien biedt de wet de mogelijkheid tot opschorting van de steunverlening, mits proportioneel, indien aan voornoemde artikel 19 niet wordt voldaan (artikel 23 opschorting steunverlening en Memorie van toelichting paragraaf 3.1.7).

In het voorzien van data en informatie is een belangrijke rol weggelegd voor het Centraal Bureau voor de Statistiek op elk van de eilanden. Er zal echter ook een grote vraag zijn naar informatie en data vanuit ministeries, diensten en overheidsbedrijven.

In de dagelijkse praktijk wordt nog wel eens over het hoofd gezien dat op onze eilanden nog niet alle informatie beschikbaar is en de informatiestromen niet zijn gestroomlijnd en gedigitaliseerd zoals in Nederland. Hoe eerder er lokaal nagedacht wordt over de te verwachten informatiebehoefte, waar de informatie beschikbaar is en op welke wijze deze informatie kan worden verzameld, hoe beter men in staat zal zijn om tijdig aan de informatiebehoefte te voldoen. Voorkomen dient te worden dat organisaties zich steeds geconfronteerd zien met de taak om onder hoge druk van deadlines informatie te zoeken in deels verouderde en versnipperde systemen. Dit zoeken naar en verzamelen van informatie kan er toe leiden dat er onvoldoende tijd en denkkracht beschikbaar blijft voor de inhoudelijke voorbereiding van beleids- en uitvoeringskeuzes.

Definieer het maatschappelijk probleem
De themagebieden die binnen de hervormingen vallen zijn bekend. Het is aan de lokale overheden om alvast na te denken over de probleemdefinitie en de onderliggende oorzaken die aangepakt kunnen worden. Een te nauwe definiëring van het probleem leidt al snel tot beperkte en onvoldoende effectieve oplossingen.

Ter illustratie, binnen het thema over de aansluiting van het onderwijs met de arbeidsmarkt zal elk van onderstaande probleemdefinities leiden tot een andere oplossingsrichting: Zijn er te weinig vacatures bij lokale bedrijven? Is het voor de werkzoekende onduidelijk waar er vacatures zijn? Is er urgentie vanwege beperkte middelen voor het verstrekken van uitkeringen aan jongeren die (voortijdig) het onderwijs verlaten? Sluiten de vaardigheden en competenties die in het onderwijs worden opgedaan onvoldoende aan bij de vraag op de arbeidsmarkt?

Bij het definiëren van het maatschappelijk probleem zijn de volgende vragen van belang zijn: Voor wie is dit een probleem? Waarom en waarom nu? Wat gebeurt er als er niets wordt gedaan? Welk vraagstuk heeft de hoogste prioriteit en waarom? etc. De wijze waarop een maatschappelijk probleem wordt gedefinieerd, bepaalt voor een groot deel op welke manier er over oplossingen zal worden gedacht. De definitie is dan ook doorslaggevend voor de nadere uitwerking van plannen van aanpak en uitvoeringsagenda’s.

Bepaal op welke wijze de overheid aanstuurt op resultaat
Bij het bepalen van de oplossingsrichtingen en de uitvoering van de landspakketten is duidelijkheid over overheidssturing belangrijk. De sturingsfilosofie bepaalt waar de overheidsorganisatie zich primair op inzet en op ‘afgerekend wordt’. Het expliciteren van de overheidssturing voorkomt onnodige ruis bij het uitvoeren van de plannen en het beoordelen van de resultaten.

Op dit moment lijkt de nadruk in de (concept) Rijkswet te liggen op de verwachting dat lokale overheden meer aansturen op het presteren, het boeken van resultaten, het monitoren van voortgang en het verantwoorden van de projecten. Terwijl een belangrijke boodschap op de eilanden, tot nu toe, er meer één is van de samenwerkende overheid die maatschappelijke partners betrekt, samen randvoorwaarden wilt creëren en breed draagvlak wilt realiseren voor de hervormingen.

Een model dat houvast kan bieden bij het bepalen van de sturingsfilosofie wordt weergegeven in figuur 1, de ‘Vier vormen van overheidssturing’ (De opgave aan tafel, Nederlandse School voor Openbaar Bestuur, 2020). In dit model wordt aan de hand van kwadranten inzichtelijk gemaakt of de overheid meer nadruk legt op het ‘zelf doen’ vanuit de overheid of juist op het meer overlaten aan de samenleving (burgers, bedrijven, maatschappelijke organisaties). De tweede as bepaalt of de overheid primair aanstuurt op het boeken van resultaten versus het creëren van de gewenste randvoorwaarden.

Overigens gaat het bij deze perspectieven niet noodzakelijkerwijs om het privatiseren of uitbesteden van overheidstaken. Binnen de taken die de overheid behoudt kan immers de vraag worden gesteld of, en zo ja, op welke wijze, andere maatschappelijke partners, waaronder bedrijven, burgers en organisaties betrokken of (mede- )verantwoordelijk zijn.

Er is niet één perspectief dat goed of fout is, in de praktijk zijn elementen van elk van de perspectieven in een oplossingsrichting te vinden. Echter, er is altijd een meer dominante opvatting die de ontwikkeling en uitvoering van beleid voortdrijft. Het is belangrijk van de verschillen bewust te zijn en hier keuzes in te maken zodat de verwachtingen over eindresultaten in de uitvoeringsagenda’s duidelijk zijn.

Concretiseer ‘couleur locale’ en waarborg ‘capacity building’
Na de probleemanalyse en het bepalen van de best passende oplossingsrichting, is de volgende stap het uitwerken van de plannen van aanpak. Ook voor deze stap kunnen voorbereidende werkzaamheden worden verricht, namelijk het formuleren van succesfactoren: Welke elementen of ‘best practices’ zijn noodzakelijk om de uitvoering van de hervormingen tot een succes te maken?

De uitdaging is om scherp te hebben wat de ‘couleur locale’ precies inhoudt. Wat is er nodig om de uitvoering van de plannen op elk van de eilanden tot een succes te maken? Praktische voorbeelden zijn het inzetten van lokale leiders vanuit wijken en (kerk-)gemeenschappen, het meertalig informeren en het gebruik van video- en beeldmateriaal. Meer fundamentele voorbeelden zijn het waarborgen dat er, bijvoorbeeld bij het thema aansluiting tussen onderwijs en arbeidsmarkt, voldoende ruimte is voor het activeren en intensief begeleiden van jongeren zodat zij niet alleen de arbeidsmarkt betreden maar ook op de arbeidsmarkt blijven.

Tot slot is er een onderdeel dat onderbelicht lijkt in de landspakketten en in de (concept) Rijkswet, namelijk het aspect van lokale ‘capacity building’. Om hervormingen door te voeren en toe te werken naar weerbare en veerkrachtige economieën en samenlevingen is het nodig dat lokale mensen, al dan niet in dienst van de overheid, in staat worden gesteld om door middel van kennis- en vaardigheidsontwikkeling deze ‘weerbare en veerkrachtige economie en samenleving’ zelf mede vorm te geven en duurzaam te realiseren. Denk hierbij aan manieren hoe de buitenlandse experts gekoppeld kunnen worden aan lokale professionals, bijvoorbeeld in de vorm van een ‘counterpart’ waarbij de kennis- en ervaringsoverdracht wordt gevat in een ontwikkelingsplan. Ook kan gedacht worden aan het opnemen van een subsidieregel die het mogelijk maakt om bij het toekennen en evalueren van projecten te toetsen in hoeverre er sprake is van aantoonbare kennisoverdracht.

Het laatste woord is nog niet gezegd over de verdere invulling van de landspakketten, de rol en bevoegdheden van de Caribische hervormingsentiteit. Nu is echter wel het moment om de nodige voorbereidingen te treffen over de inhoudelijke themagebieden. In de landspakketten wordt immers ruimte gegeven om lokaal bij te dragen aan de nadere uitwerking. De uitdaging is om deze ruimte optimaal te benutten en zo een positie te kiezen in plaats van er één, door onvoldoende voorbereiding, toegewezen te krijgen.

Dit artikel verscheen eerder in het Antilliaans Dagblad van 1 augustus 2020.